Ontwikkelen

Ontwikkelen. Dat betekent ontdoen van de wikkels, het papier waarin iets is ingewikkeld. Als je dat zo leest, dan is ontwikkelen iets uitpakken dat er al is. Het cadeau is er al, nu alleen nog even het papier eraf halen.

Konden we er op die manier maar naar kijken: naar onderwijs, naar leren, naar training en cursus. De student, cursist komt binnen en we hoeven niet te beginnen met het “vullen van een vat”. Nee, leren is geen consumeren. We beginnen met het uitpakken van dat wat er al is. Wat weet de student of cursist als over het onderwerp? Welke kennis is al aanwezig? Die hoeven we al niet meer aan te brengen. Er is nu eenmaal een “mer à boire” in ons: een bron van kennis die niet beschikbaar is voor het bewustzijn, maar die we toch onbewust aanspreken en inzetten in allerlei situaties.

Voor meer informatie, zie Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Onbewuste_kennis

 Onbewuste kennis of ontastbare kennis (van het Engelse tacit knowledge) is een concept ontwikkeld door wetenschapper en filosoof Michael Polanyi. Hij noemde het zelf ’tacit knowing’. Het begrip is later doorontwikkeld door Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman.

En hebben we die exercitie gehad, dan stellen we diezelfde vragen nogmaals maar dan op groepsniveau: wat weten we samen al en wat kunnen we van elkaar leren? Leren dus als een sociaal proces.

Als we dat zo doen, hebben we maximaal “uitgepakt”, ontwikkeld dus. Al wat is, ligt op tafel. Mijn ervaring is dat dit vaak veel meer is dan de deelnemers denken. Veel mensen onderschatten hun impliciete kennis, die we vaak met een aantal gerichte vragen boven tafel krijgen. Ook onderschatten ze de kracht van de groep: als die samenwerkt, weten we heel veel en kunnen we meer vraagstukken aan.

Voor meer informatie, zie https://www.managementboek.nl/boek/9789081971119/collectieve-intelligentie-wendy-jansen

 Collectieve intelligentie is het vermogen van een groep mensen (of dieren, planten, cellen, micro-organismen en/of machines) om problemen op te lossen. In de natuur zijn veel voorbeelden hiervan te vinden, bij insecten koloniën en zwermen. De mogelijkheden om collectieve intelligentie op basis van zelforganisatie en simpele gedragsregels te organiseren en te bevorderen, zijn bijzonder interessant voor organisaties. Door deze principes toe te passen in de organisatie, is er al veel te winnen zonder grote investeringen te hoeven doen.

Het lijkt me een positief effect te hebben, dat maximaal “uitpakken”; zowel op student en cursist (ik weet meer dan ik dacht) als op de groep (samen weten we veel en mooi dat we elkaar helpen), maar ook op training en onderwijs. We hoeven het niet meer te gaan hebben over wat iedereen al weet, maar zien nog beter waar kennis ophoudt en hoe of wat we aan kunnen vullen. Dat scheelt een hoop onnodig werk. En het geeft handvatten aan de trainer/docent: waar zijn of haar bijdrage begint; waar hij of zij van waarde kan zijn.En hoe gaan we dan verder? Hoe gaan we dan om met het deel “dat ze niet weten”? Om Erasmus maar eens te citeren:

“Het is niet het onbelangrijkste deel van een taak te weten hoe je hem aanpakt”

Diezelfde Erasmus heeft misschien ook wel een antwoord op die vraag over hoe verder te gaan: hij geeft ons als tip dat als we iemand iets aanleren, we hem of haar vooral niet het gevoel moeten geven dat ie iets aan het leren is; maar meer dat hij of zij iets al wist en het zich niet meer kon herinneren. Wat vergeten was, moet her-innerd worden; teruggeplaatst worden in het innerlijke. Op de plek waar het al eerder stond; waar het altijd al stond.

Dus na het ont-wikkelen het her-inneren. Dat klinkt nog steeds niet als dat trainer of docent iets moeten toevoegen; en dat student en cursist nog steeds geen consument zijn. Bij zowel ontwikkelen als herinneren geldt dat het geleerde er al is; het moet nog uitgepakt worden of anders teruggezet worden waar het al stond.

Dat werpt een ander licht op leren; het betekent een wezenlijk andere beweging maken. Niet van buiten naar binnen iets aanbrengen; maar meer van binnenuit vertrekkend. Niet beginnen aan de kant van de methode, het aanbod, het boek; maar aan de kant van de lerende mens. En dat zowel op het niveau van individu als dat van de groep.

Het betekent ook een fundamenteel andere manier van kijken naar studenten, cursisten. Leerprocessen worden dan meer “processen waarbij we mensen ondersteunen om te leren gebruiken wat ze al hebben”. En dat vooral samen te doen. Minder het vergaren van kennis; meer kennisdeling. Dat betekent dat leerprocessen het al aanwezige ontsluiten en waarderen.

Ik snap dat de wereld anders in elkaar steekt als dat ik hierboven beschrijf: zó werken we niet. We hebben training en onderwijs anders georganiseerd. Om tal van redenen. Wat op zich geen reden is om het dan ook maar zo te houden. Wat dit betreft moeten we ook leren over hoe we kijken, denken en handelen m.b.t. leerprocessen. Waarbij het in mijn ogen steeds meer tijd wordt om de onderliggende aannames over leren te veranderen (wat op tal van plaatsen gelukkig ook al aan de gang is!).

Ik doe een openingsbod:

  1. Leren richt zich nog teveel op de leerinhouden; en nog te weinig op leren als (psycho)sociaal proces. Dat psychosociaal proces gaat over het individu: wat drijft hem of haar om te leren; welke leerstijl is de meest passende hier en nu; welke belemmerende overtuigingen zitten het leerproces in de weg; welke kennis en ervaring heeft de cursist al en hoe past hij of zij die toe, enz. Maar ook het sociaal proces vanuit het perspectief van de groep: wat weten zij samen, wat delen zij, helpen zij elkaar en hoe kunnen we dit versterken; welke barrières zijn er binnen de groep die het leren tegenwerken; welke patronen in deze groep helpen het leerproces, enz.
  2. Leren leidt teveel tot een afwaardering van de lerende mens: hij/zij is immers nog onvolkomen, incompleet of incompetent. En daar moet dringend iets aan gebeuren! Dat helpt niet in het zelfvertrouwen en leidt tot meer negatieve overtuigingen, een lager zelfbeeld e.d.; allemaal aspecten die de het leren en de mens zelf ook niet helpen.
  3. Een leerproces begint “aan de binnenkant van de student”. Zowel individu als groep. De start van het proces is dat innerlijk landschap in beeld brengen. En uitgebreid in beeld brengen. Aandacht geven aan al dat is en van waarde is. Waarderend onderzoeken dus. En dan vinden we van alles. Veel meer dan je denkt.

“Onderwijs is niet het vullen van een vat, maar het ontsteken van een vuur”

Dat zei William Butler Yeats al, ergens aan het einde van de negentiende eeuw. We zijn een paar eeuwen verder. En zijn nog heel vaak bezig met dat vat, en niet met dat vuur. Dat vuur van binnen; en dan bedoel ik bij de student of cursist. Zijn of haar verlangen, motivatie of drijfveer om te leren, te groeien, te ontwikkelen.
Dat vuurtje vinden en aanwakkeren; hoe mooi is dat ambacht! Mensen helpen om hun potentie te ontsluiten; ont-sluiten; van het slot halen. Gooi open die deur naar die schatkamer.