Meer niveau 4 en 5 leiderschap nodig
Eén stap tegelijk, dan komen we er wel. Wat nodig is, is meer niveau 4 en 5 leiderschap om de steeds complexere wereld bij te benen. En dan niet enkel leiderschap van managers; ook dat van professionals die op microniveau leidinggeven aan de dagelijkse werkelijkheid van handelen, waarde-creatie, zingeving e.d. Meer niveau 4 en hebben we ook nodig om meer te halen uit het menselijke potentieel. Hoeveel potentie kunnen we nog ontsluiten? Wat als we collectieve flow creëren; als onze bedrijven plaatsen worden van passie, vreugde, energie en zingeving? Misschien moeten we dat niveau 4/5 ook verbinden met dienend leiderschap. Of leggen we de lat daardoor alleen nog maar hoger? Waardoor niemand er meer overheen kan? De inzichten van Maxwell en Greenleaf betekenen ook onder ogen zien, dat niet iedereen wil en kan dienen; dat niveau 5 niet in ieders bereik zit. Dat organisatieculturen niet altijd de juiste voedingsbodem bieden, wat onze reis aanzienlijk verlengt.
En dat blijkt wel…. momenteel loop ik rond in een organisatie waar niveau 4 en 5 leiderschap helemaal niet aan de orde is. Geen empathie, geen luisterend oor. Niks bouwen aan de gemeenschap. Afbrokkelen, dat is wat er gebeurt volgens velen die daar werken. Er loopt een kloof dwars door alles en iedereen heen. De organisatie zit in de hyperzone (model Hans van der Loo). De angst regeert, evenals de verkramping omdat de scores beter moeten “want de Inspectie komt straks terug”.
“Soms roept mijn werk meer vragen op dan er antwoorden zijn”
Aan Nelson Mandela werd eens gevraagd of ie wel eens angst kende bij alle grote werken die hij verrichtte. Tuurlijk zei hij. Ik leek onbevreesd op mijn doel af te gaan maar dat was niet zo: van binnen was ik bang. Hoe kunnen we net als hij door onze angst heen bewegen? En mag je dat dan verwachten van leidinggevenden? Of is het systeem sterker dan het individu? Soms roept mijn werk meer vragen op dan er antwoorden zijn. En daagt de situatie me uit om na te denken hoe ik me hiertoe verhoud. Waar “mijn rand zit” en het ophoudt en het begint voor de ander. Het is in ieder geval een dag waarop ik me moeilijker kan omdraaien en weggaan, omdat de opdracht er nu eenmaal opzit. Terwijl het nu toch echt stopt. Zo is het soms nu eenmaal.