niet doen!
Ja dat is mijn advies voor het net begonnen jaar. Misschien moet het advies wel voor een nog langere periode gelden. Niet doen! En dan in de zin van ophouden met die overaccentuering van doen, van in actie komen. Van aanpakken en van snel beginnen. Waarbij we denken vooruit te komen, onze problemen aan te pakken of onze doelen te bereiken. Niet-doen als een nieuwe manier van zijn, die er ook mag zijn. Daar pleit ik hier graag voor.
Als we tussen wat we zien, onze gevoelens, onze gedachten en de actie die we hierbij kiezen, nu eens een filter bouwen. Een filter dat een vertragende werking heeft en ons helpt zodat we niet meteen in actie komen en aan de slag gaan. Zouden we dan niet enorm “winnen”. Zou ons dat niet enorm verrijken?
Ik denk dat zo’n filter ruimte laat vallen tussen signalen die we krijgen en de acties die we van daaruit ondernemen. In die ruimte zouden we beter kunnen gaan zien: zien wat er echt speelt en echt aan de hand is. Veel van ons professioneel handelen is “ondiep” te noemen. Recentelijk hebben een aantal van onze HRM stagiaires dat nog eens uitgebreid onderzocht. We gebruiken te weinig tijd om een gedegen analyse te maken, reageren op signalen en symptomen, vaak van uit een standaard handelingsrepertoire. Of toch in ieder geval een repertoire met duidelijke preferenties. We doen teveel op de automatische piloot, nemen de gewoontes van onze omgeving over en weten soms niet “voor welk probleem dit ook alweer een oplossing was”.
Als we beter gaan zien, gaan we het ook zien: dat wat er speelt. En niet alleen het symptoom of signaal. Maar de echte pijnplekken. “Waar de pijn zit, zit de kwaal niet”, zei mijn fysiotherapeut onlangs nog. We moeten verder kijken. Of zoals de grondleggers van het systeemdenken zeggen: “we moeten leren om groot, diep en breed te kijken om uiteindelijk smal te kunnen handelen”. Langer kijken dus en beter leren mikken, wil ik er van maken.
Maar dan moeten we het eerst wel zien. En als we dan toch kijken, zien we misschien ook beter wat er al is en we al heel goed kunnen gebruiken: alles wat we willen, is er al. Dat is ook een mooie basis grondhouding. Alleen: hetgeen we willen, is vaak nog pas in een geringe mate aanwezig. Misschien vinden we “aan de randen van de organisatie” een oplossing die er al is. Dat beter kijken, loont dus aardig en voorkomt dat we in actie komen om iets te krijgen dat er feitelijk al is. Dat zou zomaar kunnen. Vinden is ook een leukere activiteit dan zoeken. En vinden is kijken en zien; zoeken is actie. Dat laatste kan dan achterwege blijven. Weer een goede reden voor niet-doen.
Als we langer analyseren, zien wat er speelt, wat er al aan oplossingen aanwezig is, dan maken we ruimte. In die ruimte gaan we steeds meer zien. Hetgeen uiteindelijk leidt tot een betere actie, een scherpere interventie. Kunnen we onze hagelbuks misschien thuislaten en beter gaan mikken. En lossen we meer problemen op, bereiken we vaker onze doelen en resultaten.
Niet-doen dus. Dat lijkt een mooi advies. Ook in de zin van ruimte laten voor de ander, een stilte te laten vallen. Nog een vraag stellen. Dan moeten we onze actiegerichtheid leren beteugelen. Of onze controledwang. De neiging om voortdurend aan het stuur te trekken. Acties geven ons vaak voldoening. We doen in ieder geval iets aan die situatie, we menen greep op de dingen te hebben. Want het gevoel van machteloosheid leidt ook maar tot cynisme en apathie. Nee, nog liever een verkeerde actie dan machteloosheid. We doen dus maar. Dat is toch wel zo’n aangenaam gevoel. “Nuchter zijn en twijfelen, dat is de kern van wijsheid” zei Epicharmus in de vijfde eeuw voor Christus al. Maar ja, twijfel is nou net zo’n emotie waar we graag vandaan bewegen.
Niet-doen? Kunnen we dat verdragen en even verduren? Ik hoop het van harte. Misschien brengt het ons terug naar een gevoel van rust en regie. Gaan we er beter van surfen op de golven van het leven. Omdat we beter zien welke golf we pakken en welke we laten lopen.